Misschien heb je gehoord dat GroenLinks een moderne middenschool wil? Hier 4 vragen en antwoorden over wat dat betekent. De plannen maken deel uit van het concept-verkiezingsprogramma, dat onze lijsttrekker Jesse Klaver aanstaande dinsdag zal presenteren in een afgeladen volle Melkweg in Amsterdam.

Wat houdt het voorstel in?

GroenLinks wil dat alle kinderen de kans krijgen om hun dromen te realiseren. Los van de opleiding van hun ouders, los van hoeveel geld er thuis is. Daarom wil GroenLinks een Moderne Middenschool invoeren.

Dat houdt in dat ieder kind het recht krijgt op een brede brugklas, met minimaal twee niveaus. Iedere school met een divers aanbod (dus niet bijvoorbeeld een categoriaal gymnasium) gaat daarom een tweejarige brede brugklas aanbieden aan hun leerlingen. Daar krijgt de school extra bekostiging voor.

Daarnaast kiest GroenLinks voor een doorstromingsrecht voor iedereen. Een diploma geeft zonder extra voorwaarden toegang tot vervolgonderwijs.

Ook geven we scholen meer mogelijkheden om leerlingen die dat nodig hebben extra begeleiding aan te bieden. Zo krijgen alle kinderen de extra ondersteuning die ze nodig hebben, ongeacht hoeveel geld er thuis te besteden is.

Waarom is dat zo belangrijk?

Je zou verwachten dat kinderen met hetzelfde niveau ook precies dezelfde kansen krijgen in het onderwijs. Maar dat is niet het geval. Kinderen met laagopgeleide ouders krijgen gemiddeld een lager schooladvies dan de eindtoets van de basisschool aangeeft. Terwijl kinderen van hoogopgeleide ouders juist een hoger schooladvies krijgen. Dat verschil (tussen niveau van het schooladvies en dat van de eindtoets) is tussen 2009 en 2014 toegenomen. Zie hier de tabel van de Onderwijsinspectie.

We zien tegelijkertijd dat het schooladvies voor steeds meer leerlingen bepalend is, want het aantal brede brugklassen daalt. Het aantal leerlingen dat in een brede brugklas zit is in 10 jaar tijd met 26% gedaald.

Hoe ziet het er concreet uit, die Middenschool?

Door het invoeren van een tweejarige brede brugklas krijgen kinderen langer de kans zich te ontwikkelen en kiezen ze pas later (op 14-jarige leeftijd) voor een onderwijsniveau als VMBO, HAVO of VWO. Zo worden kinderen niet al op de basisschool in het hokje VMBO of VWO geduwd, maar krijgen ze langer de kans om er achter te komen welke opleiding het beste bij ze past.

Door daarnaast te kiezen voor een doorstromingsrecht en te investeren in extra lessen en begeleiding voor leerlingen die dat nodig hebben gaan we de sluipende privatisering in het onderwijs tegen. Sommige ouders betalen honderden euro’s per maand aan bijlessen voor hun kinderen. Maar ouders die daar geen geld voor hebben kunnen hun kinderen deze extra ondersteuning niet bieden. Dat gaan we veranderen. Want de kansen van leerlingen op goed onderwijs moeten niet afhangen van de portemonnee van hun ouders.

Wat betekent dat voor leraren?

Leraren krijgen als het aan GroenLinks ligt meer tijd en ruimte om leerlingen de aandacht te bieden die ze nodig hebben. Er komen daarom meer leraren en de werkdruk gaat omlaag. Zij hoeven gemiddeld minder lesuren te geven, zodat tijd vrijkomt voor bijvoorbeeld voorbereiding van lessen en begeleiding van leerlingen. We investeren in kwaliteit van leraren door goede coaching van – met name – jonge leraren. We trekken daar veel geld voor uit. Want niet alleen horen leerlingen gelijke kansen te krijgen, hun docenten horen ook de kans te krijgen vol enthousiasme met hun vak aan de slag te zijn: het onderwijzen en inspireren van jonge mensen.