Esmah, je bent onlangs tot beste bestuurder verkozen, hoe voel je je daarover? 

Esmah: “Ik was echt wel verrast en overdonderd. Ik had helemaal niet verwacht dat ik genomineerd zou worden, laat staan dat ik ook zou winnen. Wat zo mooi is aan deze prijs is dat die voor ons allemaal is: besturen doe je nooit alleen. Dat doe je samen met college, raad en organisatie. Het is een aanmoediging voor de beweging die we in Tilburg hebben ingezet. Werken vanuit vertrouwen nabijheid en maatwerk.

Het is een heel mooi compliment als je wordt omschreven als betrokken, empathisch en effectief. De menselijke maat, dat is in ieder geval waar ik in het beleid en in de uitvoering voor wil staan. Ook al ben je een grote gemeente, je kunt heel dicht naast je inwoners staan. Ook al heb je niet de oplossing van vandaag tot morgen, je kunt altijd vragen hoe het gaat en wat je voor je inwoners kunt doen. Een tijdje met iemand meelopen totdat die dat niet meer nodig heeft. Dat proberen wij voor elkaar te krijgen.”

Foto Esmah Lahlah, onafhankelijk wethouder Tilburg en lijsttrekker GroenLinks Tilburg
Esmah Lahlah, onafhankelijk wethouder en lijsttrekker GroenLinks Tilburg
Foto Cathelijne Bouwkamp, lijsttrekker en wethouder GroenLinks Arnhem
Cathelijne Bouwkamp, wethouder en lijsttrekker GroenLinks Arnhem

Cathelijne, je hebt ervaring in de culturele sector, hoe draagt dit bij aan je werk?

Cathelijne: “Toen GroenLinks in Arnhem ineens de grootste partij werd was het voor ons duidelijk dat ik als wethouder de portefeuille duurzaamheid zou gaan doen, maar eigenlijk kom ik uit de sociale en culturele hoek. Dat is dan ineens heel nieuw. Ik merk dat de meerwaarde is dat ik vanuit de sociale hoek altijd heel erg keek naar wat het betekent voor Arnhemmers en hoe je het sociaal kunt maken. Vanuit de culturele hoek heb ik de ervaring dat je met creativiteit altijd een oplossing kunt vinden.

Het komt ook dichtbij voor buurtbewoners. Je ziet het als er een stuk asfalt weggaat en er groen voor in de plaats komt. Als buurtbewoner kun je ook direct verschil maken in de leefomgeving. Mensen willen graag meedoen. Als wethouder krijg je ook een andere relatie met inwoners. Je zegt niet ‘zo gaan we het doen’. We hebben heel veel wijkgesprekken en vragen wat buurtbewoners anders willen. Je maakt een plan dat daarop is gebaseerd en dat ga je uitvoeren. Je creëert een hele andere manier van werken.”

Je hebt in de coalitie en in de oppositie gezeten, maar wat vind je interessanter?

Cathelijne: “Wij zaten in de oppositie op het moment dat de verkiezingen kwamen. Vanuit die positie kun je daar ook heel erg voor gaan staan. Dat moest toen ook, want we zijn daarvoor uit de coalitie gestapt omdat er plannen lagen om te bouwen in het groen en dat wilden we niet. Daar hebben we ook stevig oppositie op gevoerd.

Ik zie wel dat je niet alleen als coalitie, maar ook als wethouder het verschil kunt maken. Waarbij het wel belangrijk is als wethouder dat het niet de plannen van de coalitie zijn maar de plannen die de gemeenteraad belangrijk vindt. Het is belangrijk dat je zo breed mogelijk steun krijgt. Als ik een voorstel heb en het wordt alleen gesteund door de coalitiepartijen zie ik dat altijd als mijn eigen verlies. Dat het me niet is gelukt op de inhoud breder draagvlak te vinden. Het is dus ook altijd mijn insteek om dat breder in te zetten. 

Je kunt in de gemeenteraad, ook als oppositiepartij, het verschil maken. Als oppositiepartij kun je ook echt met goede plannen komen, ik vind dat de politiek meer om de ideeën moet gaan. In Den Haag zie je vaak dat de coalitiepartijen gewoon altijd ‘nee’ zeggen. Ik denk dat het veel belangrijker is, ook om te laten zien aan inwoners, dat het gaat om goede plannen. Dat het niet uitmaakt wie ze indient, maar dat je goed kijkt naar wat het betekent voor de stad en dat je het daarover hebt met elkaar.”

Wat was jullie favoriete moment als wethouder?

Esmah: “Dat zijn er echt heel veel. Variërend van groot naar klein, niet in een specifieke volgorde. Maar een moment wat heel erg veel indruk heeft gemaakt was in augustus. Er werd stilgestaan bij de Tweede Wereldoorlog, bij Joodse mensen uit Tilburg die werden gedeporteerd naar de kampen. Iedereen kon een van deze Joodse Tilburgers adopteren. Je kreeg dan het verhaal over hun leven en een bordje met die naam en het gezicht. Je kreeg een deken en een rugzak mee en je liep dan symbolisch langs het spoor naar de verschillende kampen. Langs het spoor lagen diverse briefjes die uit het raam waren gegooid.

Uiteindelijk eindigde je met een plattegrond van Tilburg en bracht je de Joodse Tilburger weer thuis. Al die Tilburgers hebben een gezicht gekregen. Ik vond dat zo indrukwekkend: hoe je verleden met heden verbindt. Hoe je stil staat bij het onrecht, maar ook hoe je erkent wie iemand was. 

Thema’s als polarisatie en uitsluiting spelen vandaag de dag nog steeds en zijn nog hartstikke relevant.” 

Cathelijne: “Ik moet als bestuurder grote besluiten nemen. Mijn focus ligt op dat de wijken waar het minder goed gaat te verbeteren, waar we nu een langjarige aanpak voor hebben. Wat ik heel bijzonder vind is als je merkt dat je die focus daarop hebt en ruimte biedt voor inwoners om mee te denken, je echt kan zorgen dat het iets van ons allemaal wordt. Ik ben dan ook elke keer weer trots, op ons allemaal, dat het zo gaat. 

In wijken hebben we gesprekken gehad over de energietransitie, wat het betekent als we van het gas af gaan. We hadden het over waarom we het in Arnhem zo belangrijk vinden. We gingen erover in gesprek, en bewoners gingen met elkaar praten. Helemaal niet meer met ons. Ze hadden het over wat zij konden doen en nodigden elkaar uit. Dat vond ik zo goed om te ervaren. Het is niet altijd aan mensen trekken of duwen of dat je tegenover elkaar staat. Als je een gesprek hebt ben je gewoon samen bezig. Dat vind ik altijd bijzonder om te zien.” 

Hoe ziet een gemiddelde werkdag als wethouder eruit?

Cathelijne: “Heel veel online de afgelopen twee jaar. Meestal is het heel veel overleggen. Ik wil eigenlijk veel liever de stad in en mensen spreken. Dus als wethouder moet je er wel voor strijden om te zorgen dat dat ook een onderdeel wordt in de agenda. Normaal ga je heel vaak naar bewonersavonden. Het is heel belangrijk om daarbij te zijn om te vertellen wat de plannen zijn en om te luisteren wat bewoners daarvan vinden. Van 09:00 tot 22:00 ben je aan het werk en meestal moet ik daarna nog stukken voor de volgende dag voorbereiden, het zijn lange dagen.”

Esmah: “Als je staat voor een overheid die vanuit nabijheid werkt en wil investeren in de relatie, is het wel ingewikkeld via een scherm. De leukste dagen vind ik wanneer het werk heel erg verschillend is. Het ene moment ben je bezig om te bedenken over hoe Tilburg er in de toekomst uit gaat zien, dan ben je met een bewoner in gesprek om te kijken hoe dingen anders kunnen en een andere keer ben je weer in gesprek met een minister om het te hebben over het herzien van een wet. Eergisteren stond ik nog achterop een vuilniswagen om een dagje mee te lopen met onze medewerkers van het Brabants Afval Team. Leuk om zo een dagje mee te draaien en meer inzichten op te doen over wat zij doen en wat ze mee maken, om écht te ervaren hoe dat gaat.”

Cathelijne: “Dat is het mooiste van deze functie. Om met zoveel verschillende mensen aan tafel te zitten. Vaak zijn mensen voor of tegen iets. Meestal komen de mensen die tegen iets zijn, op zo’n avond af. Ik vind het echt een uitdaging om dat gesprek aan te gaan. Ik heb wel eens een hele lange en heftige bewonersavond gehad. Aan het eind van de avond kwam er een bewoner naar me toe die zei: ‘ik ben het hartsgrondig oneens met wat je zegt, maar respect dat je hier al drie uur staat om te vertellen waarom jij dit wel belangrijk vindt’. Dat was voor mij een heel mooi compliment: hoe oneens hij het was met mij, maar we wel het gesprek samen hadden. Dat zijn ook wel hele mooie momenten.”

Wat moet je doen om wethouder te worden?

Esmah: “Iemand vroeg aan mij of ik had gezien dat Tilburg een partij onafhankelijke wethouder zocht. Ik had het wel gezien, maar ik kende het fenomeen niet. Ik had in mijn hoofd: je wordt lid van een partij en dan ga je in de gemeenteraad en zo groei je door. Dus ik was wel benieuwd en zei: ‘Ja, tuurlijk mag je mijn cv doorsturen’. Dus een van mijn eerste vragen was ook ‘wat doet zo’n wethouder de hele dag’. Maar ik heb dus eigenlijk alles on the job geleerd. Ik heb me mogen verwonderen in het college en in de raad. En dan komen er soms dingen bij waarbij ik denk ‘oh gaat dat zo’. Maar ook met debatten, soms gingen ze niet zo goed en daar groeide ik dan ook in. Je moet je eigen stijl vinden. Ik heb niet perse iets van te voren gedaan.”

Cathelijne: “Ik heb vier jaar in de raad gezeten als fractievoorzitter. Ik heb ook een training gedaan bij GroenLinks voor wethouder. Dat was ook meer omdat ik nog wat twijfelde, ik dacht dat ik misschien meer een volksvertegenwoordiger was. Ik wist niet echt of ik een bestuurder was. Nu denk ik dat ik daardoor juist een goede bestuurder ben, omdat ik daar ook dwars van ben. Ik vond die raadservaring wel heel fijn, want dan weet je waar je aan begint. Ik denk dat het vooral is dat je moet weten wat je wil bereiken, heel hard moet kunnen werken, tegen een stootje moet kunnen en het vooral écht heel leuk vinden om resultaten te boeken. Het is mooi dat je met een partij en een afdeling een programma hebt, zodat je ook echt aan de slag kunt.”

Wat zou je geweten willen hebben voordat je wethouder werd? 

Esmah: “Ik zou wel - misschien ook niet want ik heb me kunnen verwonderen - maar ik denk dat het mij geholpen had als ik wat vaker een raadsvergadering en met name de debatten had meegemaakt. Ik was niet gewaarschuwd voor het moment dat je merkt dat mensen helemaal niet uit zijn op verbinding of het samen verder brengen, maar gewoon scoren. Misschien ook wel dat het ergens verslavend is, de dynamiek en de rush. Het wethouderschap brengt een verantwoordelijkheid met zich mee, maar ook zo bijzonder en leuk om te mogen doen.”

Cathelijne: “Als ik eerder had geweten dat je zo veel verschil kunt maken was ik denk ik wel eerder wethouder geworden.”

Wat vind je minder leuk aan wethouder zijn?

Cathelijne: “Ik had verwacht dat ik als GroenLinks wethouder veel kritiek van de PVV (zit bij ons in de raad) zou krijgen. Maar ik merk dat ook heel veel andere mensen je echt bestoken. Ik heb laatst, helaas, voor het eerst aangifte moeten doen vanwege een doodsbedreiging. En ook wat het effect is op je gezin, het hoort erbij, maar het hoort er echt niet bij. Dat vind ik af en toe echt moeilijk. Ik kies ervoor, maar mijn kinderen en mijn man niet. Toch hebben zij daar ook gewoon last van. Ik vind het wel echt heel erg jammer dat het zo gaat.”

Als er een compromis gesloten moet worden, hoe doe je dat?

Cathelijne: “Ik ben best slecht in compromissen sluiten. Ik kijk meestal hoe ik toch op een andere manier mijn zin kan krijgen. Dat is natuurlijk niet altijd mogelijk.”

Esmah: “Het ligt eraan over welk onderwerp het gaat. Sommige onderwerpen lenen zich prima om bij elkaar de verbinding te zoeken en ook te vinden waar de overeenkomsten zitten, in plaats van de verschillen. Maar soms moet je gewoon echt heel stellig zijn, of op deze manier of helemaal niet. Als je iets fundamenteel op die manier voelt, maakt dat het ook krachtiger.” 

Op welk lokaal succes ben je het meest trots?

Cathelijne: “Door het volkshuisvestingsfonds, wat tot stand is gekomen door Paul Smeulders in de Tweede Kamer, is er heel veel geld vrijgekomen voor het isoleren van woningen in wijken waar mensen vaak niet zelf het geld hebben om dat te betalen. Voor veel mensen gaat dat echt het verschil maken. Daar ben ik heel erg trots op. In Arnhem moeten nu ook alle nieuwbouwwoningen natuurinclusief gebouwd worden, dat vind ik ook een hele mooie prestatie. Op klimaatadaptatie hebben we een super ambitieuze strategie. Ik merk dat waar energietransitie is, daar wel veel discussie omheen is, maar een groene leefomgeving wil iedereen. Met onze plannen zetten we hele grote stappen daarin.” 

Esmah: “In Tilburg zijn we een beweging ingegaan van een empathische en betrokken overheid vanuit vertrouwen en nabijheid. Waarbij een groep inwoners die eigenlijk lange tijd niet gezien is, weer wordt gezien. Ook echt perspectief bieden en dat is soms ook keuzes maken die moeilijker zijn, maar ik ben heel blij dat we hebben gezegd dat we de oorzaken willen tackelen. Die oorzaken zijn heel verschillend per huishouden, dus we gaan daar ook maatwerk doen en samen met de inwoner optrekken. De beweging biedt perspectief, waar al die talenten, maar ook de kwetsbaarheden, er mogen zijn. Daar ben ik heel trots op, dat doen we overigens met de hele raad. Dat vind ik al helemaal fantastisch.” 

Wat heeft jullie gemotiveerd om politiek actief te worden?

Esmah: “Van mij was het altijd een bewuste keuze om niet lid te worden van een politieke partij. Wat ik dan mee kreeg was dat, met name met verkiezingen, alle partijen zeggen hoe goed zij zijn ten opzichte van andere partijen. Dat vond ik nooit zo fraai, er zijn meer overeenkomsten dan verschillen, hoewel die verschillen er ook zijn.

Op het moment dat ik werd gevraagd als wethouder heb ik eigenlijk maar in een fractie van een seconde nagedacht. Maar als je de kans krijgt om mee te mogen werken aan het bouwen van een samenleving waarin iedereen ertoe doet, in de stad waarin je kinderen zijn geboren en getogen, dan is dat een enorme eer en een verantwoordelijkheid die ik om me wil nemen. Dat maakte eigenlijk dat ik dat wilde proberen. Zo lang ik dat kan doen op een manier die past bij mij, dat ik gewoon mezelf kan zijn, dan wil ik ook graag door. Nu heb ik de afgelopen vier jaar ontdekt hoe mooi de politiek kan zijn. Ook als je echt op de inhoud verschilt, zie je tegelijkertijd heel veel betrokkenheid. Je ziet een betrokkenheid van alle partijen om te bouwen aan een stad, soms met een visie die je niet deelt, maar ik kan het nu veel meer waarderen dan vijf of zes jaar geleden.”

Cathelijne: “Ik ben lid geworden van GroenLinks, omdat ik wilde dat mijn kinderen in een Nederland opgroeien waar ik in ieder geval ook een goed gevoel bij heb en dat had ik niet. Dus als ik een idee heb hoe het anders zou moeten, dan moet ik ook die verantwoordelijkheid nemen. Maar wat het voor mij bijzonder maakt is dat alle vier mijn grootouders in Arnhem hebben gewoond. Die zijn destijds in de oorlog gevlucht. Arnhem werd geëvacueerd. En mijn moeder is ergens als evacué in een schuur in een boerderij bij Apeldoorn geboren. Ik vind het heel bijzonder dat ik nu wethouder ben in hún stad. Allebei mijn opa’s zaten bij de politie. Helaas zijn ze er niet meer. Ik denk dat zij zo trots zouden zijn, dat hun kleindochter wethouder is in de stad waar zij altijd hebben gewoond. Ik denk heel veel aan ze. Het is ook belangrijk dat je dat blijft voelen, anders verlies je waarom je het zelf doet. Het is zo hard werken. Dan feliciteert iemand mij met een resultaat, maar ik ben alweer bezig met het volgende. Soms moet je even stilstaan.”

Wat is de belangrijkste les die je hebt meegekregen van dit werk als wethouder?

Cathelijne: “Dat veranderen kan. Dat als je het wilt, het anders kan. En dat je soms ook echt alles op alles moet zetten om het zo ver te krijgen. Dat je ervoor zorgt dat je dat juist niet in je eentje een stormram doet, maar dat je bondgenoten zoekt. Als je het echt wil en je kunt goed uitleggen waarom, dan kan het gewoon. Dan kunnen we dingen veranderen.”

Esmah: “Ik denk wel de meerwaarde van samen. Dat je samen een heel eind komt. Soms duurt het wel langer dan als je in je eentje in één keer doorgaat, maar samen heeft een veel groter bereik. En dat je jezelf en de stad ook tijd mag gunnen om daar samen naartoe te werken.”

We hadden het net al even over kritiek van bewoners of andere politieke partijen. Hoe gaan jullie met die kritiek vanuit de samenleving om?

Cathelijne: “Ik zeg altijd: het gaat er niet om hoe iemand iets zegt, maar wat. Dus of het nou een schreeuwer is, een hele nette brievenschrijver, of iemand die voor de deur staat bij het stadhuis, uiteindelijk gaat het erom waarom diegene de behoefte heeft om iets te vragen, te vertellen of mede te delen. Dus dat probeer ik altijd te onthouden. Dan merk je dat je bij de meeste het goede gesprek kan hebben. En dan kun je alsnog van mening verschillen, maar dan heb je er wel een gesprek over.” 

Esmah: “Als het om inhoud gaat of om je beleid, probeer ik altijd een heel open en toegankelijk gesprek aan te gaan. Ook als je op inhoud enorm van elkaar verschilt. Het wordt anders wanneer het persoonlijk wordt gemaakt, niet dat ik daar heel veel last van heb. Aan het begin van mijn wethouderschap ging het nog veel over mijn hoofddoek, een bestuurder met een hoofddoek, maar dat is nu niet meer. Inhoud, prima, daar wil ik altijd een gesprek op voeren en mag je me kritisch op bevragen. Maar als het persoonlijk wordt, vind ik dat niet zo kies.”

Wat is jullie favoriete plekje in de gemeente?

Esmah: “Daar hoef ik niet over na te denken. Dat is het stadsbos013. Je kunt er mooi wandelen, je hebt een groene omgeving, je kunt er mountainbiken en hardlopen. Ik kom daar tot rust. Een hele mooie groene zone om de stad heen. Echt mijn favoriete plekje.”

Cathelijne: “Tot een half jaar geleden ging ik heel veel wandelen met de hond. Die is er helaas niet meer en dan merk ik dat ik toch minder buiten kom. Ik vind denk ik buiten op de hei en langs de Rijn heel fijn. Maar ook het gevoel van thuiskomen, dat je je eigen stad weer inkomt. In Arnhem kom je echt uit het groen zo’n beetje het centrum in. Dat vind ik ook altijd heel fijn.”